Over Harris Tweed

De geschiedenis van Harris Tweed

Al eeuwen lang wordt de wollen stof, die later bekend zou worden als Harris tweed, hand geweven op the Western Isles of Scotland. Van Origine werd de handgemaakte stof geweven door kleine zelfvoorzienende boeren families. Zij gebruikten de stof voor de familie. Deze was ideaal ter bescherming tegen het koude klimaat in het noorden van Schotland. Stof die over was werd vaak verhandeld of gebruikt als ruilmiddel.  Uiteindelijk werd het zelfs een soort betaalmiddel onder de eilanders. Zo was het bijvoorbeeld niet ongewoon dat huren werden betaald met lakens of lengtes geweven stof.

Aan het eind van de 18e eeuw was het spinnen van wollen garens van plaatselijke grondstoffen een belangrijke industrie geworden voor de zelfvoorzienende kleine boeren families op the Outer Hebrides. Gefinishte handgemaakte stoffen worden geëxporteerd naar het Schotse vasteland en verhandeld samen met andere, door de eilanders geproduceerde, grondstoffen, zoals droge huiden, geiten- en hertenvellen.

Rond 1830 ontving een Londense handelaar een aanbod van een stoffenleverancier, Hawick, uit het Schotse grensgebied. In dit aanbod werd gerefereerd aan “Tweels”; een soort patroon waarin een stof geweven wordt. Aangenomen wordt dat het woord per ongeluk als Tweed is gelezen, refererend aan de rivier Tweed, die door de grenssteden stroomt. De stof werd daarna door de Londense handelaar gekocht en aangeprijsd als “Tweed” en daarmee werd de naam “Tweed” synoniem met de stof.

Toen Alexander de 6e, graaf van Dunmore het landgoed North Harris Estate van zijn vader erfde, in 1836, was de productie van tweeds op de Western Islands of Scotland nog steeds volledige handarbeid. De wol werd gewassen in zacht, turfachtig water, voordat ze geverfd werd met kleurstoffen van lokale planten en mossen.

Het Harris Tweed Keurmerk

Aan het eind van de 19e eeuw verschenen in de verschillende warenhuizen en verkoopkanalen stoffen, die minder van kwaliteit waren, maar die voorgedaan werden als echte Harris Tweed. Hierbij misbruik makend van de goede naam van Harris Tweed. Hierdoor werd het vertrouwen van de consument in de echte Harris Tweed dan ook aangetast.

In 1906 werd de Harris Tweed Association opgericht, met als doel de authentieke Harris Tweed industrie en daarmee het welzijn van de vele vakmensen en hun gezinnen op de Western Islands,  te beschermen.

Na lang beraad besloot de Harris Tweed Association de volgende definitie voor Harris Tweed vast te leggen:

“Harris Tweed is een Tweed, die bestaat uit handgesponnen garens en die handgeweven en geverfd is door vakmensen op The Outer Hebrides.”

De Buiten-Hebriden (Schots-Gaelisch: Na h-Eileanan Siar, Engels: Outer Hebrides) zijn een groep eilanden voor de westkust van Schotland, die deel uitmaken van de Hebriden. Zij worden van de Binnen-Hebriden en Schotland gescheiden door de Minch, de Little Minch en de Hebridenzee. De eilandengroep heeft een oppervlakte van 3.071 km² (ongeveer de grootte van de Nederlandse provincie Overijssel) waarop circa 26.000 eilanders wonen. En wordt ook wel “The Western Islands” genoemd.

Deze definitie van Harris Tweed werd in 1910 geregistreerd en er werden inspecteurs door de Harris Tweed Ass0ciation aangesteld om de Harris Tweed stoffen te controleren en om de 50 strekkende meter van een authenticiteits-stempel met het geregistreerde handelsmerk te voorzien.

Dit handelsmerk bestond uit een bol met een Maltheser kruis er boven op. Hieronder de woorden Harris Tweed.
In 1934 werd, na veel overleg, definitie van authentieke Harris Tweed opnieuw vestgelegd:De jaren volgend op de eerste wereldoorlog waren erg vruchtbaar voor Harris Tweed. Om aan de grote vraag naar de handgemaakte stoffen te voldoen,  samen met het feit dat het met de hand finishen van garens, door nieuwe technieken, uit de mode raakte, zorgde ervoor dat tweed producenten begonnen met machine gesponnen garens aan de thuiswevers te leveren. Bovendien werd het niet ongebruikelijk dat Tweeds naar het vasteland verscheept werden om daar gefinished te worden.

“Harris Tweed is een tweed gemaakt van zuiver scheerwol geproduceerd in Schotland, gesponnen, geverfd en gefinished in The Outer Hebrides en handgeweven door de eilanders in hun eigen huizen op de eilanden: Lewis, Harris, Uist, Barra en een paar schiereilanden, tezamen bekend als The Outer Hebrides.”

Dertig jaar later, in 1964, volgend op een geschil tussen textiel producenten op het Schotse vasteland en producenten op the Western Isles of Scotland, bekrachtigde een uitspraak van de rechtbank de definitie van Harris Tweed uit 1934. Hiermee werd duidelijk vastgesteld dat voor een Tweed, wil het authentieke Harris Tweed genoemd worden, alle productie processen op The Western Islands plaats moeten vinden.

In 1993 werd bij parlements-besluit, The Harris Tweed Act 1993, the Harris Tweed Authority als de opvolger van de Harris Tweed Association, in het leven geroepen. Met als doel;

“promotie en behoud van authenticiteit, de standaard en reputatie van Harris Tweed; om de verkoop, onder de naam Harris Tweed, te voorkomen van materiaal dat niet aan de definitie van Harris Tweed voldoet.”

Met dit parlements-besluit werd de volgende definitie van authentieke Harris Tweed, wettelijk vastgelegd:

“Harris Tweed is een Tweed die door de eilanders handgeweven is, in hun eigen huizen op The Outer Hebrides, gefinished op de eilanden: Harris, Lewis, North Uist, Benbecula, South Uist en Bara en een paar schiereilanden, tezamen bekend als The Outer Hebrides. En die gemaakt is van zuiver scheerwol, geverfd en gesponnen op The Outer Hebrides.”

Vandaag de dag wordt iedere 50 meter authentieke Harris Tweed gecontroleerd door een inspecteur van de Harris Tweed Authority, voordat deze gestempeld worden, met de hand, met het traditionele handelsmerk met het bol symbool (the orb trademark). Ieder Tweed colbert, gemaakt van authentieke Harris Tweed, draagt dit traditionele “orb trademark”, tezamen met een nummer waarmee de Harris Tweed Authority de wever van de stof en de datum wanneer de stof gefinished is kan achterhalen.

Pin It on Pinterest